Ik was al een week thuis en nog was ik moe, ontzettend moe. En over twee dagen was het Kerst met de gebruikelijke drukte van bezoek ontvangen en op bezoek gaan. Voor mijn gevoel werd dat weer een bezoeking.

Met een paar weken vrij zou de accu wel weer opgeladen zijn had ik mijzelf bedacht. Het werd steeds drukker op mijn werk en van achterstand hield ik absoluut niet. Dus als dat dreigde dan werd het maar weer een uurtje later. Probeer maar lekker tot rust te komen had mijn collega gezegd, alleen dingen gaan doen die je zelf ook leuk vindt. Maar de Kerst overslaan kon natuurlijk niet. De laatste jaren was de betekenis van Kerst, zoals dit vroeger door mij was beleefd, aan mij voorbij gegaan. Ja, ik ging wel naar de kerk en zong de bekende liedjes mee. Maar van binnen was het niet echt warm geworden.

Op de dag voor Kerst waren alle voorbereidingen getroffen voor het komende bezoek. Er was weer van alles in huis en er zou ook wel weer van alles overblijven. Op tafel lag de post van de laatste dagen, het meeste nog ongeopend. Ik pakte de stapel en bladerde er wat doorheen. Een kaart viel op de grond, het was een uitnodiging van de instelling voor dak- en thuislozen voor de Kerstviering die avond. Ik was er al eens eerder heen geweest, jaren geleden met het koor waarin ik toen zong en ik herinnerde mij de eenvoud van die viering toen. Misschien vind ik daar een beetje rust en warmte, dacht ik en besloot om er heen te gaan.

Bij binnenkomst in het zaaltje werd chocolademelk en krentenbrood uitgedeeld. Er stond een grote kerstboom met echte kaarsjes en op de tafeltjes waren eenvoudige kerststukjes heergezet. Het was er een beetje benauwd. Ik ging bij een tafeltje zitten waar al een wat oudere man zat in een ouderwets driedelig pak met een slordig geknoopte stropdas. Kennelijk een bewoner van de instelling die op zijn zondags was gekleed. Hij keek wat voor zich uit.

Op het programma stonden enkele bijbellezingen en alle bekende Kerstliedjes volledig afgedrukt. Toen het eerste lied werd ingezet was er naast mij een ondergronds gebrom te horen. De bewoner had het programma nog dichtgevouwen en onderste boven in de hand maar de woorden van het lied kwamen zonder haperen en met een diepe bas uit zijn mond. Bij het tweede couplet begon er bij mij wat te gloeien van binnen. Ik had moeite om mee te blijven zingen. De bijbellezingen en het verhaal dat werd verteld hoorde ik wel maar drongen nauwelijks tot mij door. Steeds als er weer een lied werd gezongen en het gebrom naast mij weer begon kwam het gloeien ook weer terug.

Na afloop van de viering werd frisdrank geschonken en waren er lekkere hapjes. De bewoner naast mij begon opeens te vertellen. Over zijn jeugd op een boerderij en zijn omzwervingen door het land. Het leek een treurig verhaal totdat de bewoner vertelde hoe hij elk jaar weer uitkeek naar de warmte van de Kerstviering. Dan kon hij die oude liedjes van vroeger weer zingen en dacht hij terug aan de goede jaren die hij ook had gekend.

Met een flinke handdruk nam ik afscheid en wij wensten elkaar fijne Kerstdagen. De warmte van binnen gloeide nog heel lang na.

 

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *