Sinds heel lang heb ik er last van: te moeten kiezen uit het enorme aanbod. In mijn jeugd was het heel eenvoudig, er was bijvoorbeeld als toetje yoghurt of vla. In de zomer at je zomer groenten zoals sla, andijvie en boontjes. Als het weer mee zat waren er gedurende een korte tijd aardbeien te koop. We belegden er dan boterhammen mee vol en soms gingen ze door de aangelengde yoghurt. In de winter waren er dus gewoon de wintergroenten zoals prei, diverse soorten kool en regelmatig een stampotje van zuurkool of boerenkool. De wereld was dat betreft heel overzichtelijk.

Nu kun je het hele jaar door alle soorten groenten en fruit eten, ze worden van over de hele wereld aangesleept of ze worden dichterbij met veel energie de grond uitgetrokken. Het ziet er vaak niet uit en smaak zit er ook nauwelijks aan. Maar we hebben wel de keus zeggen ze dan. Dat je daar dan onderhand een beetje van gestrest wordt is voor de producenten maar bijzaak.

Dit waren maar wat voorbeelden van eten maar op praktisch alle terreinen is er overproductie ontstaan en dus een enorm aanbod om uit te kiezen. Of het nu gaat om auto’s of wasmachines, schoenen of bloemen, televisiezenders of soorten kroketten, de keus neemt steeds meer toe en dus ook de moeilijkheid van het kiezen. Daarvoor hebben ze nu een woord bedacht en dat is dus keuzestress. Waarschijnlijk zal hiervoor wel weer een therapie of meerdere worden bedacht zodat we dan  kunnen kiezen op welke manier we weer van de keuzestress af kunnen komen.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *