Soms heb je dat gevoel wel eens. Je denkt van tevoren niet echt dat iets gaat lukken of mee zal zitten. Je bereidt je eigenlijk op het ergste voor. Het zal wel weer niet lukken of gaan zoals je dat het liefste zou willen. De beren komen met horden de weg op lopen. De bomen en het bos zijn niet meer van elkaar te onderscheiden. Erg dreigt een rampscenario. Dit is de slechtste dag van je leven. Erger dan nu kan het niet. Een mugje wordt een hele grote olifant. Wat zeg ik: een kudde olifanten!
En dan valt het soms zo maar mee. Het was helemaal niet zo erg als je dacht. Het is eigenlijk gegaan zoals je het zou willen. De beren zijn er niet. De bomen zijn weer duidelijk te onderscheiden. Ineens beleef je een leuke dag. Weg met die olifanten, leve het mugje!
Op zo’n moment kun je jezelf een bofkont voelen. Iemand die het geluk eens aan zijn of haar zijde voelt. De tintelingen van geluk doorstromen je lijf. Het lijkt wel alsof je zweeft. Je kunt de hele wereld weer aan.
Soms voel ik mij zo als er iets gewoon gaat zoals het hoort te gaan. Tenminste zoals ik vindt dat het moet gaan en vroeger ook altijd ging. Een voorbeeld: Ik bestel iets bij een winkel, een afleveringstermijn en een koopprijs wordt afgesproken. Als dat dan ook zo verloopt zoals is afgesproken dan voel ik mij tegenwoordig een behoorlijke bofkont. Want dat lijkt wel een uitzondering te worden. Niets gaat meer vanzelf gewoon volgens afspraak, tenminste daar lijkt het op.
Dus koopt u iets of spreekt u iets af en dat verloopt vervolgens geheel volgens afspraak: dan bent u een enorme bofkont en is het heel goed om daarvan met volle teugen te genieten.