De herfst kwam langzaam op gang maar Berend en Dina hadden al volop de kleurende natuur bewonderd. Samen een eindje om met de benenwagen of de andere wagen; ze hadden er van genoten.
Voor de rest was er niet zoveel in de wereld om van te genieten hadden ze vastgesteld bij een glaasje rode wijn en heerlijke oude brokkelkaas. Er was overal kortsluiting in de hoofden van mensen gekomen en anderen waren daarvan het slachtoffer.

‘Weet je wat ik nu niet begrijp,’ zei Berend nadat hij zorgvuldig zijn wijnglas had geleegd.
‘Nou, wat begrijp je niet,’ zei zijn vrouw begripvol.
‘Die hele politieke toestanden.’
‘Kun je wat concreter zijn?’
‘Als je in een land de regie denkt te hebben, dan moet je ook kunnen regeren; en mijn grootvader zei vroeger al dat regeren vooruitzien is. Maar waar is dan die vooruitziende blik bij die jongens en meisjes in Den Haag en Brussel, ik zie er helemaal niks van. Ze regeren niet maar reageren op wat er gebeurd en dan is het meestal al te laat, veel te laat.’

Dina had, zoals meestal, haar man rustig aangehoord, ging even verzitten en zei bedachtzaam:
‘In een land als het onze waar het poldermodel van overleg en begrip is verzand en verzopen is het mogelijk voor een ieder die een beetje zijn ellebogen en andere lichaamsdelen gebruikt om in een regerende functie te komen. Het resultaat is dat er fout op fout wordt gemaakt en middelen totaal verkeerd worden besteed. Dat geldt ook voor de ivoren torens in Brussel en omstreken.’
Berend had met aandacht naar zijn vrouw geluisterd en moest even de tijd nemen om al die gedachten van haar bij hem binnen te laten komen.

Omdat Dina ook zweeg stond Berend op om de glazen weer vol te schenken en de kaas aan te vullen.
Het bleef nog stil tot na de eerste wijnslok. Toen begon Berend, enigszins aarzelend: ‘Jij bent best een wijze vrouw en je zou zeer geschikt om de kleuterklas in Den Haag bij de hand te nemen en ze van goede instructies te voorzien. Maar gelukkig ben je hier en kunnen wij wel naar elkaar luisteren. Laten we zo nog maar een kleurenrondje maken en genieten van de natuur en van elkaar.’

Dina had met stijgende voldoening de woorden van haar man aangehoord. Een zoen op zijn voorhoofd zei daarna alles.

Een antwoord op “De Smalstraatjes en het regeren“

Laat een antwoord achter aan mieke Reactie annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *