Op een van die warme zomeravonden hadden de mannen zich weer verzameld in het dorpshuis. Aangepast aan de omstandigheden waren de kleren uit de wintertijd ingeruild voor dunne shirts, slippers en korte broeken.
De kelen werden zoals gebruikelijk eerst gesmeerd voordat er gewerkt ging worden. Het goudblonde water kwam met liters uit de pomp en verdween binnen de kortste keren in de kelen van de zangers. Want dat waren ze, zangers van het zeemanslied. Naast de gangbare meezingers hadden ze in de afgelopen jaren ook mooie andere en bijzondere liederen ingestudeerd waarvoor ze bij optredens veel bijval kregen.

Het was ondertussen zover, de meester van het koor riep de mannen bijeen en even later (nou even) had ieder zijn plek ingenomen.
Na de mededelingen van huishoudelijke en andere aard en het losmaken van de stemmen, naar boven en beneden, ging het gebeuren.
Het instuderen van een nieuw lied was altijd wel spannend maar nu ook nog heel bijzonder.
Met het zweet op diverse plaatsen van het lijf werd er ook nog een denkbeeldige muts opgezet!
Aan het einde van het jaar ging het koor een aantal bijzondere optredens verzorgen en daar hoorden bijzondere liedjes bij. Liedjes van heiligheid en engelen en sneeuw en een slee en nog veel meer kou maar ook van sfeer.
Er was nog een lange weg af te leggen maar ze waren eraan begonnen en dit zou weer een hoogtepunt worden in de geschiedenis van het koor.
De koude versnapering die wachtte na de koude omstandigheden in de liedjes was straks weer dik en dik verdiend. Ho Ho!

Een antwoord op “Zomermuts“

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *