Tijdens mijn middelbare schooljaren bracht ik mijn vakanties altijd door op Ameland (waar anders!). Ik hielp dan bij een oom in de winkel. Hij had een Vivo-winkel voor de kruidenierswaren en daarnaast een complete groente- en fruitwinkel, alles samen in een mooi pand. Degenen die vakantie kwamen vieren stuurden vaak van tevoren een lijstje met boodschappen op voor de dag dat zij aankwamen, meestal op zaterdag en wij bezorgden dat dan bij het vakantie adres. Afrekenen gebeurde meestal na het weekend.
In de winkel was het in die periode altijd heel druk en op zaterdag waren wij meestal met een man/vrouw of zes/zeven om de klanten te helpen. Als klant wachtte je gewoon tot je aan de beurt was en dat kon nog wel eens duren want veel boodschappen waren niet verpakt en wij zorgden dat iedereen zijn of haar onsje van dit en pondje van dat kreeg. De kassa was er ook nog niet. Wel een paar laden onder de toonbank waarin de briefjes en muntjes vrolijk rond dartelden.

In de loop der jaren zijn de winkels vervangen door hallen met slierten wagentjes en een kassa aan het einde van de rit. De bediening werd zelfbediening en wordt steeds vaker ‘het aan je lot over laten’ als klant. Als er iets niet is en je vraagt of het ergens anders in het pand misschien nog aanwezig is, dan is het veel gehoorde antwoord: als het er niet meer ligt is het er niet. Oftewel: je zoekt het maar uit!
Dat laatste hebben we afgelopen zaterdag ook gedaan. Op zoek naar een paar pantoffels kwamen we uit bij een rek met een volledig ongeorganiseerde voorraad toffels. Op de knieën ervoor en zoeken maar naar een linker en een rechter exemplaar van dezelfde maat en kleur. Het is uiteindelijk gelukt en toch enigszins tevreden verlieten wij het pand. Maar tegelijk kwamen de warme beelden van de bedieningszaak op Ameland op mijn netvlies en deed mij toch weer een beetje glimlachen. Dat ik dat toch heb mogen meemaken!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *