Stel je voor:
– dat ik in een ander land ben gaan wonen, een beetje Oosters land met heel andere gewoonten.
– dat ik dan, met nog een heleboel landgenoten, na jaren nog steeds uitsluitend mijn eigen taaltje spreek.
– dat ik daar ook in een overall, op klompen en met een zakdoek om mijn nek rond loop.
– dat ik samen met eventuele geloofsgenoten een eigen kerk wil bouwen waar alleen onze eigen taal mag worden gesproken, waar iedere zondag langdurig de klokken worden geluid en waar Hollandse dominees worden opgeleid.
– dat ik aan de plaatselijke overheid voorstel om een mooie laan met palmbomen te hernoemen als ‘Dorpsstraat’ omdat wij dat zo leuk vinden.
Ik stel mij dan voor dat dit tot problemen zal leiden en dat de meeste van mijn genoemde ideeën niet tot uitvoering zullen worden gebracht omdat men daar bezwaar tegen heeft of het nut er niet van inziet.
Men zal mij netjes maar dringend verzoeken mijn verblijf daar nog eens te overwegen en voorstellen terug te keren naar mijn land van herkomst.
Raar, hé, dat ik me dat wel kan voorstellen maar dat het omgekeerd zelfs moeilijk is om er over te praten.
Ik stel voor dat we op korte termijn duidelijker worden in dit land om problemen die een hele lange tijd zijn gedoogd, nu wel kordaat aan te pakken. Maar ja, daarvoor heb je kordate beleidsmakers nodig en die hebben we niet.