Zo’n hele lange rij en zo hard mogelijk van het ene einde van de baan naar het andere. Dan remmen met z’n allen en dat betekende voor de achtersten meestal een zwieper naar rechts of links en vaak hard onderuit!

Dat is een herinnering van op het ijs eind jaren vijftig. Op de Haarlemmer Trekvaart in Amsterdam. Soms gingen we wel naar Halfweg dat halverwege Amsterdam en Haarlem lag. Goed ingepakt met speciaal papier onder de trui.

Een dag ijsvrij van school werd dan een gezellig koude schaatsdag.

Tot het einde van de vorige eeuw heb ik mij met enige regelmaat op glad ijs begeven. Tot ik een paar keer flink onderuit ging en de onzekerheid toenam. Dat werd het ogenblik van afscheid nemen van baantjes trekken, koek en zopie en kou lijden. Soms leek het wel: hoe ouder hoe kouder.

Sinds vele jaren klinkt in de winter de kreet: “Komt ‘ie of komt ‘ie niet” en vraagt men zich af of de rayonhoofden al een afspraakje hebben gepland. Dan gaat het dus over schaatsen langs elf plaatsen in het Noorden van ons land. Maar het is al weer even geleden dat hij er was. En of hij er binnen afzienbare tijd weer komt is de vraag gezien de gerezen temperaturen.

Vanwege de enorme te verwachten belangstelling van mens en camera moet je jezelf afvragen of het misschien beter is dat hij er voorlopig niet komt.

Wat is er nou mooier dan met veel hoop en verlangen uitkijken naar iets dat er waarschijnlijk toch niet komt. Ik zou er zo een liedje van verlangen over kunnen maken.

 

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *