Volgens het Spreekwoordenboek betekent kleur bekennen dat iemand voor zijn of haar standpunt moet uitkomen.
In de politiek wordt er heel veel ”gemitst en gemaard”. Je wilt als lid van de volksvertegenwoordiging soms wel eens iets anders zeggen dan jouw partij voorschrijft. Het draaien en keren kan dan beginnen totdat iemand van de tegenpartij roept: “He man (of vrouw), beken nu eindelijk eens kleur”. Het kan dan wel eens gebeuren dat diegene die draait en keert een flinke kleur op de wangen krijgt van schaamte.
Dit inleidend zeuren over kleuren had ik even nodig om mijn bewondering voor de kleuren om ons heen nog beter in het licht te zetten.
Als er een goed voorbeeld van kleur bekennen is dan is het wel in de natuur om ons heen.
Ieder jaar weer, vroeger of later dan gemiddeld, ontdoen de bomen en struiken zich van hun bladeren. Ze gaan zonder blad in rust de winter in.
Maar voordat er uitgerust kan worden van alle groei en bloei van de voorbije periode mogen de bladeren naar beneden dwarrelen. Ze komen dan wel eens op plekken terecht die de mensen als vervelend beschouwen. Maar daar hebben ze dan weer de harken, vegers en vooral ook de bladblazers voor.
De blaadjes vallen ook wel op de spoorrails en oei, oei, oei, dat is vervelend! Het zou dan zo maar kunnen dat de treinen er over uit glijden en ineens vierkante in plaats van ronde wielen hebben. Alle waarschuwingen ten spijt maar je hoort in de verte al de omroepinstallatie van het station dat er een beetje (nou ja, beetje veel) vertraging is door vallend blad.
Het lijkt wel of de bomen om ons heen ons alleen maar tot last zijn met hun bladergedoe.
Maar ik geniet iedere keer weer van al die prachtige kleuren. Aan de boom in het zonlicht, of op het water als dekje, of gewoon op straat voordat het wordt weggeblazen.
Volgend jaar komen er weer nieuwe verse blaadjes die later ook weer mooi verkleuren. Ik kijk er al weer naar uit!