“Jij bent toch ook heel lang voorzitter geweest?” vroeg Dina terwijl ze opkeek van achter haar krant en haar man aankeek.
“Ja, reageerde Berend opkijken vanuit zijn boek, “maar dat is al even geleden en waarom vraag je dat?”
“Nou, die jongen uit Den Haag moet nu Europees de boel gaan voorzitten terwijl hij het hier al niet in de vingers heeft.”
“Ik heb er ook niet zo veel vertrouwen in, maar hij moet het doen omdat hij aan de beurt was en niet omdat hij het zo goed kan.”
“Weet je nog die keer toen jij als voorzitter van de Dorpsraad iedereen achter het voorstel van de Interieurcommissie moest krijgen voor de vervanging van alle lampen door spaarlampen?”
“Nou, nou, dat was me toen wat, ik moest de vergadering tweemaal schorsen en een paar rondjes bij de bar regelen voordat iedereen om een uur of twee ’s nachts eensgezind het Dorpshuis verliet.”
“De problemen die hij nu moet oplossen zijn wel iets groter natuurlijk, maar het gaat toch om leiderschap van nature en dat heeft hij gewoon niet.”
“Ik denk dat hij behoorlijk door onze Oosterse buurvrouw zal worden geholpen maar dat zij hem de eer laat; zo gaat dat toch in het politieke land.”

Het werd even stil in de knusse huiskamer van de Smalstraatjes. Toen sprak Dina de voor die dag historische woorden: “Zal ik nog een glaasje inschenken?”
Een glimlach van haar man was genoeg om de op tafel staande fles te heropenen.
Ze namen een volle teug van het rode vocht, zetten hun glazen weer op de tafel en verdwenen weer in krant en boek.

Een antwoord op “De Smalstraatjes en de leiding“

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *